Dat het langzaam kan verkeren leert de geschiedenis ons. Als individu kan je soms meegezogen worden in een collectieve waanzin... Het zijn sterke schouders die weerwerk willen en kunnen bieden.
'De zekerste weg naar de hel is de geleidelijke weg, de weg die zachtjes helt, goed begaanbaar, zonder scherpe bochten, zonder mijlpalen, zonder waarschuwingstekens. '

Action T 4- 'het ras zuiver houden': een vergeten voorbode.... ( meer info: zie pdf document)

één volk- één natie- één waarheid- één leider

massa indoctrinatie-massahysterie- massa mobilisatie

deportatie/uitroeiing van zij die 'minder' zijn
wij- zij denken van 2 'identitaire' groepen
Het kwaad van genocides of volkerenmoorden is niet 'gewoon’, de daders waren/ zijn dit wel. Hoe komt het toch dat ‘gewone’ mensen tot de meest gruwelijke zaken in staat zijn? Individuele schakels in de keten van het collectief geweld ontwikkelen een eigen logica, een eigen manier van denken. Onderstaande mix van motivaties en rechtvaardigingen hebben, in een gepolariseerde omgeving met een ‘wij- zij denken’, een versterkend effect op elkaar:
De eigen groep/natie is door god uitverkoren, is perfect en dient beschermd te worden:
- Ze beroepen zich op een hoger gezag of loyaliteit, ze voelen zich de ‘uitverkorenen’, trouw aan het eigen ras, het eigen volk, de eigen natie, de eigen geloofsgemeenschap: ‘We zijn beter dan de andere’ ( cfr. ubermenschen) ‘We moeten ons ras zuiver houden’ ( cfr Action T4) , ‘We moeten onze natie behoeden voor verval en de ondergang’. ‘We moeten ons opofferen voor het vaderland’. ‘God wil dit! ‘
- Ze zoeken de oorzaak buiten de groep, ontkennen zo het slachtofferschap van de benadeelde: ‘Zij zijn de oorzaak van alle miserie in ons land’ (cfr zondebok fenomeen).
- Ze veroordelen zij die een negatief oordeel over hen vellen: ‘Wie zijn jullie om ons aan te klagen?’, ‘Kijk naar wat jullie zelf hebben gedaan…’
- Ze verwijzen naar de groepsverbondenheid, de samenhang in de groep die bedreigd worden door een externe vijand: ‘ Ik vecht voor het overleven van mijn vrienden.’ ‘Ik had niets tegen hen, ik kende hen zelf niet maar ze hebben mijn vriend gedood.’
De eigen groep/natie geeft hen macht en wordt blindelings gevolgd:
- Ze vinden gezag belangrijk: mensen gehoorzamen autoritaire en demagogische figuren, die gezag uitstralen, het ontbreekt hen aan de nodige kritische reflecties …Ze hebben iemand nodig waar ze naar kunnen op kijken. Hij is één van ons! ‘ Iemand die hun de indruk heeft dat ze belangrijk zijn én dat ze macht hebben over de situatie.
- Deze figuren wakkeren het 'wij- zij denken' aan: de polarisatie wordt permanent gevoed, er is geen ruimte voor dialoog. Iedere partij graaft zich zo in en blijft in zijn stellingen zitten.
- Ze ontkennen hun verantwoordelijkheid voor hun eigen daden: ‘Ik voer enkel bevelen uit’.
De groep/natie beschermt zichzelf:
- Ze staan onder druk van de eigen groep: de druk tot conformiteit en loyaliteit: ‘Ik wil tot onze groep blijven behoren, meer nog: ik wel jullie erkenning als groepslid en ben bereid dit met (gruwelijke) daden te bewijzen’.
De ander wordt ontmenselijkt:
- Ze ontkennen het ‘mens zijn’ van de ander, de ander wordt een object: ‘dat zijn geen mensen maar beesten’.
- Ze ontkennen of minimaliseren de door hen veroorzaakte schade: ‘Ik denk niet dat het veel pijn heeft gedaan.’ ‘Ik heb ze uit hun lijden verlost.’
Foto's uit het "Höckers album", dat bewaard wordt in het Holocaustmuseum in de VS (USHMM).
Het fotoalbum van Karl Höcker bevat zowel documentatie van officiële bezoeken en ceremonies in Auschwitz als meer persoonlijke foto's van de talloze sociale activiteiten waar hij en andere kampverantwoordelijken aan deel nam.
De meest opmerkelijke foto's zijn gemaakt in Solahütte, een weinig bekend SS-resort zo'n 30 km ten zuiden van Auschwitz aan de Sola-rivier. Uit archiefstukken blijkt dat de SS de bewakers van Auschwitz die hun werk in Auschwitz op voorbeeldige wijze uitvoerden, beloond werden met een reis naar Solahütte. Misschien wel de meest bijzondere foto toont een accordeonist die een samenzang leidt voor ongeveer 70 SS'ers, op een sociale bijeenkomst voor de SS-hiërarchie. Op de eerste rij van de groep bevinden zich Höcker, SS-Hauptscharführer Otto Moll (de opzichter van de gaskamers), Höss, Baer, Kramer, Franz Hössler (commandant van de compound voor vrouwelijke gevangenen in Birkenau) en Mengele.