Als de ziele luistert…

 

“Wat een wonder!”

“Zie eens hoe mooi!”

“Voorzichtig!”

Waar wij onkruid zagen zag hij schoonheid.

In al wat groeit en bloeit:

de schoonheid van de Schepper, een geschenk van de hemel.

Als de ziele luistert

spreekt het al een taal dat leeft…

Met dankbare genegenheid kon hij bloemblaadjes strelen.

Verrukking en vreugde verried zijn gelaat.

Zo vaak was hij in de zevende hemel!

En eerbied vroeg hij van ons, zijn broeders, voor water en

bomen, voor stenen en stromen.

Geen wonder dat in zijn stervensuur dat wondere loflied

ontstond voor broeder zon en zuster maan.

Geen wonder dat al wie de zorg voor de schepping

hoog in het vaandel draagt opziet naar hem:

hij ging ons voor!