In een verminkte wereld
- De zone van de frontlinie is compleet verwoest. Alleen al tussen de Noordzee en Zwitserland is die 750 km lang en op veel plaatsen 10 km breed. Het landschap, de dorpen en de steden zijn er compleet vernietigd. Honderdduizenden eeuwenoude kunstschatten, boeken en waardevol bouwpatrimonium zijn voor eeuwig en altijd verdwenen.
- De loopgravenoorlog heeft hout nodig voor de versteviging van de loopgraven en de aanleg van nieuwe wegen, spoorwegen, dug-outs, tunnels, kampementen, enz. Het bosbestand in de streek wordt leeggeroofd. Na verloop van tijd wordt alle hout, vooral uit Canada, ingevoerd. Onderstaande cijfers geven een idee over het massale karakter van deze ontginningen. Geallieerde houtproductie:
- 1917: 61 miljoen strekkende meter gezaagd hout en 75.700 ton rond hout.
- 1918: 198.000 strekkende km (bijna 5 x de omtrek van de aarde) gezaagd hout en 244.300 ton rond hout.
- Negen miljoen paarden bekopen hun trouw aan hun meesters met dood.
- 1,5 miljard granaten worden afgevuurd, duizenden tonnen liggen nog steeds begraven in de ondergrond van de frontlinie. 5% van hen hebben een toxische lading.
- In heel België zijn er 144 aanvallen met gifgassen, waarvan alleen al 82 in de Ieper Salient. Door de onafwendbare corrosie van de metalen omhulsels komt, na tientallen jaren, de inhoud van de oorlogsmunitie vrij waardoor toxische stoffen in de bodem terecht kunnen komen; witte fosfor, chloor, fosgeen, en zware metalen als arseen, lood, koper en zink.
- Meer dan een miljoen ton overtollige munitie wordt tot de jaren ’80 gedumpt in zee. Er zijn 80 gekende locaties in de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Voor de Belgische kunst ( de Paardenmarkt) ligt minstens 35.000 ton waarvan 2/3 conventionele en 1/3 chemische munitie.