De wolf van Gubbio
Paniek was er in Gubbio.
Niemand durfde nog de straat op.
Er waarde een wolf rond,
een bloeddorstig dier,
steeds op zoek naar een prooi
om zijn honger te stillen.
Franciscus hoorde dit en dacht:
met die wolf ga ik es praten.
“Broeder wolf, weet jij wel
wat je de mensen aandoet?
Natuurlijk haten ze je,
zoeken ze je te doden.
Stop ermee –
dan hoef jij ook niet meer
bang te zijn voor hen.”
De wolf had oren naar deze woorden.
Dat hij zelf nooit bang meer zou moeten zijn
voor het schietgeweer van mensen…
De wolf gaf hem zijn woord.
Toen trok Franciscus weer naar de stad.
“Lieve mensen, plechtig heeft de wolf beloofd
dat hij jullie geen kwaad meer zal doen
als jullie beloven hem elke dag
wat voedsel te brengen.”
En zo gebeurde.
Geen mens was nog bang voor de wolf.
En de wolf was niet meer bang voor de mensen.
Dank zij Franciscus, en dank zij
de inwoners van Gubbio,
die bereid waren met de wolf
hun voedsel te delen.