“Neem mij maar”
“Neem mij maar. Ik laat geen vrouw en kinderen achter.” Zo nam Maximiliaan Kolbe de plaats in van Franz Gajowiczek, vader van vier kinderen. Bestemming: de hongerbunker in het concentratie- kamp van Auschwitz. Datum: 31 juli 1941.
Kolbe, op dat ogenblik 47 jaar, ging al zijn hele leven tot het uiterste. In de standpunten die hij verdedigde als doctor in de filosofie en in de theologie, in wat hij als jonge franciscaan in Polen tot stand bracht, in de thema’s die hij aansneed als journalist- ook in zijn strijd tegen het Het was geen toeval dat hij in mei 1941 in het concentratiekamp terechtkwam… Maximiliaan koos altijd voor het maximum.
Met zijn tienen gingen ze op 31 juli de hongerbunker binnen. Omdat een medegevangene was ontsnapt hadden de kampbewakers er tien anderen willekeurig uitgepikt. Alleen Kolbe heeft zelf zijn lot gekozen. Veertien volle dagen duurt de doodsstrijd van de vier die het langst in leven blijven, onder hen ook pater Kolbe. Dan dient de kamparts hun een dodelijke injectie toe. Kolbe heeft zichzelf helemaal gegeven, ten einde toe .