Gigantische ethische schokgolven

het kwaad inspireert het kwaad 

  • Voor mannen als Höss zijn de Eerste Wereldoorlog en de revolutionaire opstanden in Duitsland die erop volgen een oefening in massaal geweld. Para- militaire organisaties al het vrijkorps rekruteerde 400.000 ex- WOI soldaten oa Höss in de strijd tegen communistische bewegingen in Duitsland. In november 1922 werd Höss lid van de NSDAP onder leiding van Hitler. Deze zoon van een vrome katholiek eindigt als opzichter van de hel, Auschwitz, het symbool van de industriële moordmachines der concentratiekampen.
  • De gruwel en het terreur van het stalinisme  wortelen aan de ene kant in de Eerste Wereldoorlog en de nasleep ervan in de burgeroorlog, en aan de andere kant in de verwording van de staat onder de dictatuur van de communistische partij. ‘Ik dood, dus ik ben’, een afschuwelijke bevestiging van de normalisering van het geweld na Wereldoorlog I in Rusland. Historici denken dat de Tsjeka- de veiligheidspolitie van Lenin- tussen 1917 en 1922 zeker 100.000 mensen heeft geëxecuteerd. In juli 1926 stierf de oprichter van de Tsjeka, Feliks Dzerzjinski. Een van zijn kistdragers was Jozef Stalin, die heel veel van 'IJzeren Feliks' had geleerd. Hij vond er inspiratie voor zijn latere 'grotere zuivering'. Schattingen van het dodental in alleen al de jaren 1937 en 1938 liggen tussen 950.000 en 1,2 miljoen mensen.
  • Grenzen vervagen, grenzen schuiven op. Ongewapende burgers worden voor het eerst massaal betrokken in het oorlogsgeweld. Het onderscheid tussen burger- en militaire doelen vertroebeld. De zeeblokkade van Duitsland bv. leidt tot de hongerdood van honderdduizenden burgers. Tijdens WOII vormen gehele steden, ook die gelegen ver achter het front, oorlogsdoelwitten.

 

God misbruikt, verkracht en vermoord.

  • WOI is het toneel van een heuse religieuze heropleving. De diverse legers waren er stuk voor stuk heilig van overtuigd dat ze streden in een rechtvaardige oorlog en God aan hun kant stond.( zie oa. Duitse riembeugel: Gott mit uns in WOI en WOII). Mensen zochten een weg om hun ervaringen te plaatsen. Dit uitte zich in de cultus van het kruis en van jeugdige heiligen die hun leven in lijden aan God hadden opgedragen.  'Voor God, vaderland en vrijheid’ was een slogan in beide kampen. De oorlog werd beschouwd als een offer, als een grote Goede Vrijdag dat tot verlossing zou leiden. Kathe Kolwitz schreef over haar gesneuvelde zoon: "hij heeft zich helemaal gegeven, als een reine vlam die naar de hemel stijgt”.  Deze offermystiek vind men nog terug in de herdenkingssites. Op Britse kerkhoven bv. staat een altaar ( offerplek), en het ‘cross of sacrifice’ ( kruis met zwaard !). Uit de oorlog werd ook de oecumene geboren. In de loopgraven leerden Katholieken, Protestanten en Anglicanen elkaar beter kennen.
  • Alhoewel godsdienstige motieven geen aanleiding vormden tot deze oorlog hebben ze wel een sterke rol gespeeld in de verantwoording ervan. In naam van God, die liefde is, werd massaal gedood, verkracht en geplunderd. In het Christendom, de godsdienst die beide strijdende zijden belijden, wordt ieder mens aanzien als een kind van God. In ieder mens komt God, op een unieke en éénmalige manier, tot leven. Kinderen van God zijn ook goden: in hun diepste wezen zijn ze sprankeltjes van het Grote Mysterie. Tijdens WOI is ook God 10 miljoen keer gestorven.

 

Het vijfde gebod: 'Gij zult niet doden', verbijsterende cijfers.

  • Wetenschappelijk onderzoek bij WOII veteranen bracht aan het licht dat slechts 15 % van de soldaten bij een aanval ook naar de vijand schoot. Slechts 2 % hiervan schoot ook echt om te doden. 1% hiervan waren echte psychopaten, geboren moordenaars. 1% waren in staat te doden met behoud van hun inlevingsvermogen. De oorzaak hiervan dient gezocht te worden in onze hersenen. In levensbedreigende situaties neemt het primitieve hersengedeelte het over van de frontale hersenkwabben waar de rede ontstaat. Onze primitieve instincten weerhouden ons om ‘soortgenoten’ te doden. Doden van medemensen is een onnatuurlijk gegeven.
  • Zeer intensieve en realistische militaire trainingen leren soldaten te schieten in een reflex , in een automatisme. Verbeterde trainingen leidden zo. tot een ‘beter’ schietgedrag. Tijdens de Korea oorlog schoten 50 % van de aanvallende soldaten naar de vijand, in de Falklandoorlog was dit reeds 95 %. Deze trainingen konden evenwel niet vermijden dat 98 % van de soldaten na de oorlog het zeer lastig kregen met de gevolgen van hun daden. Dit uitte zich in nachtmerries, gruwelijke flash backs en zelfmoorden.
  • In WOI viel 70 % van alle slachtoffers door ( lange afstands) artillerie beschietingen, de vijand werd zo een verafgelegen objectief doelwit, geen menselijk wezen. De nabijheid van het menselijk gelaat viel weg en zo ook het appel tot mededogen.